woensdag 20 april 2022

Afantasie. Kun je leren in beelden te denken?

 Met veel interesse heb ik een artikel gelezen over afantasie. Dat is een psychisch fenomeen waarbij je niet in staat bent om beelden op te roepen. Als ik zeg: "Denk eens aan een wit paard." en je ziet in gedachten een wit paard, dan behoor je tot de meerderheid die kan visualiseren.  Zie je dat witte paard niet, dan heb je zeer waarschijnlijk afantasie. In het artikel beschreven onderzoekers hoe ze hebben ontdekt, hoe je dit met een test objectief kunt vaststellen. 

Zij testten eerst de pupillen van de kandidaten. Bij fel licht werden ze kleiner, bij duisternis werden ze groter. Dat hoort zo, want dan past je oog de belichting optimaal aan. Daarna werd de kandidaten gevraagd zich een lichte of donkere kamer voor te stellen. Bij een minderheid gebeurde er niets. Die hadden dus afantasie.  Bij de overige kandidaten pasten de pupillen zich aan, alsof het echt lichter of donkerder werd. Bij mij werkt dat niet.

Toen bedacht ik, kan ik leren visualiseren? En jawel, op meerdere sites werd een reeks van tips gegeven om het jezelf aan te leren, of leren onder begeleiding van een coach. Wat mij opviel was, dat al die goed bedoelde tips blijkbaar werden geschreven door mensen die zelf goed konden visualiseren. 

Een voorbeeld: ga naar je keuken en prent je alles in wat daar staat. Ga vervolgens naar een rustige ruimte, bijvoorbeeld je slaapkamer, en beeld je in wat je gezien hebt. En herhaal dat tot je dat ook lukt.

Mij lukt dat niet, ook niet na tig herhalingen. Ik sluit de ogen en ga al die voorwerpen benoemen. Ik kan ze in detail beschrijven. BENOEMEN! BESCHRIJVEN! Dat heb je nu eenmaal met afantasten.

De onderzoekers ontdekten ook dat afantasten beter waren in het natekenen van herinneringen. Niet-afantasten smokkelden soms onbewust voorwerpen in hun tekening, die mogelijk uit andere herinneringen kwamen. Creatief, maar niet waarheidsgetrouw. Maar hier is wel wat op af te dingen, want als ik een herinnering nateken en vind het leuker om er iets aan toe te voegen of weg te laten, dan doe ik dat gewoon. OK, ik doe het dan welbewust.
Laat mij dan maar lekker een afantast blijven!


zondag 2 januari 2022

Wie is hier de baas?

 Interessante vraag als je het betrekt op een land, ons land. Wie heeft hier autoriteit? Dat is een andere vraag, maar schuurt er wel tegenaan. In mijn jeugd had je respect voor de politie. Natuurlijk haalden we kattenkwaad uit en dat was spannend. Maar van vandalisme was geen sprake. OK, het ging toen ook over "je mag niet over het gras lopen". Deden we toch, als de parkwachter het niet zag. 

Met vuurwerk spelen deden wij ook. Je had toen relatief onschuldig vuurwerk en voor de mooie vuurpijlen was ons zakgeld niet toereikend. Met rotjes ijsschotsen opblazen (het vroor toen nog rond Kerst en Nieuwjaar). En conservenblikken omhoog schieten. 

Toch gingen we weleens over de schreef. En als je gezien was door de politieagent, dan was je nog niet jarig. Ik herinner me nog dat mij broertje tegen de lamp liep (tegen de koplamp van een motoragent 😄). Hij moest mee naar het politiebureau, voor de motor uitlopen van Blerick naar het bureau in Venlo. Een flink eind voor de korte beentjes van een tienjarige. Wat hij uitgespookt had? Ik weet het echt niet meer. Maar hermandad was onverbiddelijk. 
Die agent trad op en dwong respect af. Op het bureau mocht mijn broer de tegeltjes tellen in de grote gang. Slim even lengte maal breedte vermenigvuldigen hielp hem niet de straftijd te verkorten. Hij mocht de uitkomst zelf controleren door ieder tegeltje apart te tellen: 1,2,3,4,5,.... Pas daarna mocht mijn vader hem weer ophalen.

En nu? Regels van de overheid worden getoetst aan het eigen oordeel. "Ik vind dat je gerust vuurwerk kunt afsteken." Dat verbod van de overheid is ongewenst en het stelt ook niets voor. Er wordt niet gehandhaafd.
Grote criminele netwerken opzetten? Geen probleem in Nederland. Het kost geen moeite om handlangers te vinden en justitie heeft geen middelen (en geen moed) om zulke aso- en mafianetwerken aan te pakken. Nu vormen ze een parallelle economie!

In de wijken hoort een wijkagent. Maar wijkagenten zitten gedwongen op kantoor en doen administratief werk. Gemeentelijke handhaving gaat voor het laaghangend fruit. Liever opa bekeuren voor iets kleins dan vandalen en kleine criminelen aanspreken op hun gedrag. Ze vermijden de confrontatie met de grote mond van aso's, die vaak ook nog eens losse handjes blijken te hebben. 'De-escaleren' helpt in zulke situaties niet. Fors doorpakken wel. Maar ja.....

In de tijd dat geluk nog heel gewoon was, was er ook nog respect voor de overheid en de handhavers.